Waarom is de tong van het paard een belangrijk onderdeel in de beweging?

Op facebook kwam ik het volgende artikel tegen van Bit “Help een tongprobleem!” Neem gerust even de tijd om het artikel te lezen. Vier experts op hun vakgebied geven hun mening over een tongprobleem bij het paard. Ik vind het een heel goed artikel. Ik haal dit artikel aan omdat tongproblemen vaker voorkomen dan je denkt. Steekt het paard zijn tong echt uit, dan valt het wel op, maar nog vaker eigenlijk, is het sluimerend aanwezig, tijdens het rijden, je ziet dan de tong tussen de lippen aan de zijkant. 

Daan Staller (paardentandarts), Natasha van Eijk (bittendeskundige)  Eddy De Wolff van Westerrode (Jury en trainer), en Marleen Noordhof, (fysiotherapeut en chiropractor) geven ieder vanuit hun professie aan hoe tongproblemen kunnen ontstaan. Een paar quotes uit het artikel:

De paardentandarts benadrukt dat het erg belangrijk is om bij tongproblemen naar de oorzaak te zoeken en het niet op symptoombestrijding te gooien. “Het paard maakt duidelijk dat er iets mis is. Er zijn ruiters die vinden dat het absoluut niet aan henzelf ligt. Die beginnen dus met steeds strakker aangesnoerde neusriemen of andere martelpraktijken. Zo’n neusriem maakt het probleem voor het paard alleen maar erger. We beperken hem nog meer in zijn natuurlijke bewegingspatroon.

Als een paard zijn tong uitsteekt, denk ik toch in de eerste plaats aan te veel druk door de ruiter. (Daan Staller)

Steekt het paard al langer zijn tong uit, dan is het meestal een gewoonte geworden. Die gaat niet meer over, ook al neem je de oorzaak weg. Wacht dus nooit met hulp inroepen. (Daan Staller)

Tongproblemen hebben in negentig procent van de gevallen een rijkunstige oorzaak (Natascha van Eijk, bittendeskundige)

“Tongproblemen hebben in negentig procent van de gevallen een rijkunstige oorsprong”, zegt internationaal jurylid Eddy de Wolff van Westerrode. Gedragenheid en zelfhouding van het paard zijn daarbij belangrijke begrippen ter voorkoming van veel ellende. “Het draait allemaal om de aanleuning.

De fysiotherapeut hamert erop dat het herstellen van zulke problemen in samenspraak met de instructie moet gebeuren. “Ik kan zo’n paard fysiek losmaken, maar als er geen rijkunstige oplossing voor komt, treedt het in no time weer op”.

De tong eruit gooien is een teken van verzet, een reactie van het paard dat iets niet normaal is. (Marleen Noordhof)

“Onvriendelijk teugelgebruik, rijkunstige oorsprong, een wat minder handige ruiter, veel druk door de ruiter” dat is toch wel een beetje de rode draad bij alle vier de experts. Hoe komt dat? vraag ik mij dan af. We proberen toch allemaal zo correct mogelijk te rijden? We doen toch allemaal ons best om een lichte aanleuning te krijgen?

[one_half]Toch zie ik vaak als ik met een nieuwe combinatie aan het werk ga, de tong tussen de lippen zitten, een vaste kaak, en/of opgetrokken neusgaten en het paard loopt graag wat te diep en kruipt graag wat achter het bit. Het tongprobleem is dan eigenlijk al een tijdje latent aanwezig, maar vaak is er rijtechnisch zeker nog wat aan te doen. En dat moet ook! Eigenlijk is dit het eerste probleem dat we gaan oplossen! Een probleem dat verstrekkende gevolgen heeft in de beweging van het paard als dit niet tijdig wordt opgelost! We kunnen pas een fijn los door het lijf gaand paard ontwikkelen, als de tong van het paard niet belemmerd wordt en het paard ontspannen kan (af)kauwen.[/one_half][one_half_last][/one_half_last]

[one_half]Als we even kort en simpel de anatomie van de tong van het paard bekijken, zien we dat er spieren vanaf het tongbeen naar het schouderblad en het borstbeen lopen en vandaar uit naar de achterhand. De zogenaamde onderlijn- of wel de ventrale spierketen. Daar begint de verstoring al in de balans en staat de weg open naar blokkades.

[/one_half][one_half_last][/one_half_last][one_half][/one_half][one_half_last][/one_half_last]

Waar ligt dan de oplossing?

De oplossing start met een aangepaste teugelvoering, en het paard én ruiter in balans brengen. Vooral de aangepaste teugelvoering vergt soms wat inspanning van de ruiter. We gaan werken aan een “gevende” hand. Meestal is er (onbewust) een “nemende” hand ontwikkeld. Soms als gevolg door de eigen balans te vinden in het vasthouden van de teugels. Willen we core stability voor het paard, dan zal de ruiter dat ook moeten ontwikkelen. Door steun te zoeken aan de teugels, spannen met name je borst- en schouder spieren aan, door de onderarmen een onderdeel van de teugels te maken, ontwikkel je ontspannen schouders en “zachte” ellebogen en zal je je core-spieren aan moeten spreken.

[one_half]Goed te zien op het middelste fotootje in de compilatie hiernaast, is het effect van steunzoeken op de teugel en wat directe gevolgen geeft bij het paard. (mond open, druk op tong, paslengte voorbenen verkort) [/one_half][one_half_last][/one_half_last]

[one_half]En hiernaast een ruiter met een gevende hand en het effect op de paslengte van de voorbenen. Terwijl dit paard ook nog eens afwijkende beenstand heeft. De mond is zacht gesloten, geen druk op de tong, een zachte aanleuning. Deze foto is gemaakt toen deze combinatie nog aan het begin van de opleiding stond. Een paard dat graag uit zichzelf achter het bit kroop. En natuurlijk is het plaatje niet perfect, er is nog genoeg om aan te werken, maar de eerste stappen naar balans en losgelatenheid zijn gezet.[/one_half][one_half_last][/one_half_last]

En zo kom je via de tong van het paard bij de ruiter. Daar liggen de eerste stappen naar verbetering. Helaas worden die eerste stappen nog wel eens gezocht in (scherpere) bitten en hulpteugels. Symptoombestrijding. Loop je tegen dit probleem aan, laat dan eerst een goede tandarts het gebit nakijken, en ga op zoek naar instructie die hier correct mee omgaat, bijvoorbeeld BasisRijkunst 😉 . Het kan dus wel degelijk anders!