Herken de scheefheden van het paard
4. Scheefheid achter
[one_half]De asymmetrie in de achterbenen bestaat uit het verschil in stuwen en dragen. Elk paard heeft van nature een meer stuwend en een meer dragend achterbeen.
Het paard plaatst in zijn natuurlijke scheefheid het ene achterbeen meer naar buiten c.q. naast de massa en plaatst het andere been meer onder de massa.
Het dragende achterbeen, dat onder de massa loopt, is buigzamer en het stuwende achterbeen, dat naast de massa stapt, is stugger en steiler. Daarom kan het bekken van een paard iets scheef staan.[/one_half]
[one_half_last]

Tekening: Kelli Swan.
[/one_half_last]
[one_third]

Het achterbeen beweegt zich vanuit de loodlijn naar achteren en stuwt voornamelijk, zonder te dragen.
[/one_third]
[two_third_last]

Het achterbeen beweegt zich vanuit de loodlijn naar voren en het paard brengt zijn achterbeen meer onder zijn massa, met gebogen, verende en soepel gewrichten.
[/two_third_last]
[one_half][/one_half]
[one_half_last][/one_half_last]
Als men het paard zodanig blijft rijden dat hij zijn volle gewicht tegen de voorhand blijft duwen kan er verstijving en overbelasting van de voorhand ontstaan.
[one_half][/one_half]
[one_half_last][/one_half_last]
Het trainen van de draagkracht is niet iets dat pas later in de opleiding van het paard gebracht moet worden. Een goede oefening is de schouderbinnenwaarts zowel door middel van grondwerk als rijdend.
[one_half][/one_half]
[one_half_last][/one_half_last]